Menu overslaan

Parkeerplaats voor gehandicapte personen

Voor mensen met een beperking kan er een parkeerplaats voorbehouden worden in de buurt van hun woon- of werkplaats.

Wat het voorbehouden van een parkeerplaats betreft in de nabijheid van de werkplaats of van de woonplaats van een gehandicapte persoon dient elk dossier onderzocht, rekening houdend met de volgende elementen :

  • de werkplaats of de woonplaats mag geen garage noch privé-parkeerplaats bevatten waar de toegang werkelijk gemakkelijk is;
  • de verzoeker moet een voertuig bezitten of door een persoon worden gevoerd die bij hem / haar thuis woont;
  • het bezitten van de bijzondere parkeerkaart is onontbeerlijk.

Deze parkeerplaatsen mogen niet worden gereserveerd op plaatsen waar het parkeren verboden is noch waar de veiligheid van het verkeer in gevaar zou worden gebracht. Bovendien kan deze maatregel niet worden getroffen op een plaats waar alternatief parkeren van toepassing is. De gemeente kan nochtans de maatregelen herzien die van toepassing zijn en, onder anderen, degene die het alternatief parkeren betreffen.

Deze parkeerplaatsen zijn niet voor één persoon voorbehouden: ze zijn dus voor alle gehandicapte personen toegankelijk die over de bijzondere parkeerkaart beschikken. De kaart geeft recht op :

  • het parkeren op de plaatsen voorbehouden voor voertuigen die gebruikt worden door gehandicapten (aangeduid door een wit P - teken op blauwe achtergrond met een tekening van een gehandicapte in een rolstoel);
  • het parkeren voor onbeperkte duur op plaatsen waar de parkeertijd beperkt is (blauwe zones);
  • de vrijstelling van gemeentelijk parkeergeld op de plaatsen waar parkeren door parkeermeters of parkeerautomaten wordt geregeld;
  • het gratis parkeren op parkeerplaatsen van de NMBS.

Wanneer een persoon zich vaak laat voeren door iemand die niet in dezelfde woonplaats verblijft, kan men toch parkeerverbod inrichten ter hoogte van het huis van de gehandicapte persoon, zodat hij / zij gemakkelijker in- en uit de wagen kan stappen.

Parkeertekens en aanleg

De maatregelen betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor gehandicapte personen moeten in een aanvullend reglement worden bepaald. Dit reglement wordt door de Gemeenteraad beslist en dient door de toezichthoudende overheid voor goedkeuring voorgelegd.

Praktisch worden de parkeerplaatsen voor gehandicapten door de technische verkeersdienst beheerd.

Het voorbehouden van parkeerplaatsen wordt aangeduid door het E9a sein: een wit "P" teken op blauwe achtergrond, eventueel aangevuld door de tekening van een gehandicapte in een rolstoel. Dit sein kan ook op de bodem in witte kleur worden herhaald. Het schilderen van het witte sein op de bodem volstaat niet om het voorbehouden van een parkeerplaats te bekrachtigen. Zo nodig zal het teken worden aangevuld door een pijl die de aanvang van de parkeerplaats bepaalt en de afstand waarop ze van toepassing is. Best begrenst men ook op de bodem de voorbehouden parkeerplaats(en), behalve indien verwarring kan ontstaan (afbakening van geïsoleerde parkeerplaatsen op de openbare weg).

Wanneer de parkeerplaats voor gehandicapten op een parkeergebied wordt voorbehouden of op de openbare weg, rechtstandig of schuins op het midden van de weg, dan moet de parkeerplaats breder zijn dan van gewoonte, om het in- en uitstappen van de gehandicapte persoon te vergemakkelijken (b.v.: 3,50m in plaats van 2,20 m).

Het is ook mogelijk dat het voorbehouden van een parkeerplaats niet voortdurend nodig is, b.v. langs een postkantoor, volgens de openingsuren: het E9a sein met het teken zal dan worden aangevuld met de periode wanneer het voorbehouden daadwerkelijk is, b.v. van maandag t/m vrijdag, tussen 8u en 17u. In de zones waar de behoefte aan parkeerplaatsen zeer groot is en op plaatsen waar de gehandicapte persoon een korte duur moet blijven kan het ook nuttig zijn de parkeerplaats voor een bepaalde tijd te reserveren (30 min. max.).

Bron : Ministeriele omzendbrief (referte : D1/010/70/33717/EL)

Laatste verandering: 2020-06-25 19:23:00