De Luxemburgwijk strekt zich uit rond het treinstation Brussel-Luxemburg, waar de spoorlijnen vertrekken die via Namen naar Luxemburg lopen. De glanzende gebouwen van het Europees parlement torenen uit boven het station. "Luxemburg" is de businesswijk van Elsene. De aanwezigheid van het Europees parlement trekt ambassades, internationale advocatenkantoren, lobbyisten en ook persredacties aan. De plaatselijke besturen doen er alles aan om de wijk gezellig en leefbaar te houden.
Aan de basis van de Luxemburgwijk (vroeger de Leopoldwijk) staat één man: graaf Ferdinand de Meeûs d'Argenteuil (1798-1861). Hij stichtte in 1838 de Vereniging voor de uitbreiding en verfraaiing van België op. Deze organisatie, die als doel had Brussel als hoofdstad verder te ontwikkelen, lag aan de oorsprong van de Leopoldwijk. De naam getuigt van de uitzonderlijke steun die de eerste koning der Belgen toekende aan een bedrijf.
De Vereniging voor de uitbreiding en verfraaiing van België was een soort van vastgoedbedrijf avant la lettre. Het bedrijf moest de ontwikkeling van een hele wijk bevorderen op een plek die destijds slechts bestond uit weiden, landbouwgrond en hier en daar een kleine dorpskern. Het was een eerste poging van geplande en overlegde stadsontwikkeling in Brussel.
In 1979 besliste de gemeente om een borstbeeld van Ferdinand de Meeûs te plaatsen op het plein dat in 1946 naar hem werd genoemd (en voordien het Industrieplein heette). In 1983 werd het standbeeld tot tweemaal toe gestolen! Het kleine park overleefde, het droeg een naam, maar geen gezicht. In 2009 werd een nieuw borstbeeld op de sokkel geplaatst. De familievereniging d'Argenteuil leende de gietvorm in silicone die gemaakt was op het originele borstbeeld in marmer uit aan de gemeente. Het originele beeld was van de hand van Guillaume Geefs, beeldhouwer aan het hof van de koning en maker van vele monumenten in de hoofdstad, zoals het standbeeld van Leopold I op de Congreskolom.