Menu overslaan

Gemeentelijke begroting

De gemeentebegroting is de voornaamste politieke handeling in het leven van een gemeente. De begroting voorziet alle inkomsten en alle uitgaven van de Gemeente gedurende één vol burgerlijk jaar, van 1 januari tot 31 december. Een begroting is dus een vooruitzicht en de verwezenlijkingen ervan vormen de "rekening". De gemeentebegroting omvat een periode van één burgerlijk jaar.

Gewone en buitengewone begroting

De wet en de reglementering betreffende de begroting verdelen inkomsten en uitgaven volgens "gewone" en "buitengewone" dienst. Inkomsten en uitgaven worden ook volgens verscheidene functionele categorieën verdeeld (algemeen bestuur, onderwijs, sociale en huiselijke hulp, enz.) en volgens verschillende economische codes. De cijfers worden voorgesteld naast het resultaat van het vorige dienstjaar (één jaar vóór het begrotingsjaar) en eveneens naast het resultaat van het op twee na laatste jaar (dus twee jaar vóór het begrotingsjaar). Deze voorstelling biedt de Raadsleden en de lezers de mogelijkheid aan om een vlak overzicht van de gemeentelijke financiën te hebben.

De gewone begroting bevat de terugkerende uitgaven en inkomsten, die dus ieder jaar terugkomen en onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de Gemeente, zoals bij voorbeeld de lonen van het personeel en de belastingopbrengst. De terugbetaling van het kapitaal en van de rente van de schuld, alsook de financiële kosten dienen ook in de gewone begroting ingeschreven.

De buitengewone begroting bevat de uitzonderlijke uitgaven en inkomsten betreffende de investeringen: grote herstellingswerken voor gebouwen of wegen, aankoop van onroerende goederen, enz. In de buitengewone inkomsten zal men, onder anderen, de subsidies terugvinden die voor werken verleend werden en de leningen die ervoor werden aangegaan.

Een voorbeeld: krijt kopen voor een school is een gewone uitgave, maar het aankopen van een nieuw bord is een buitengewone uitgave.

Ten slotte dient gezegd dat het verschil tussen inkomsten en uitgaven (de gewonen zowel als de buitengewone) een bonus of een malus vormt, wanneer het saldo batig of nadelig is.

De gewone dienst

De gewone inkomsten vormen drie categorieën :

  • de inkomsten voor dienstverleningen: ze bevatten de inkomsten die ontstaan ingevolge de prestaties die door de gemeentelijke diensten zijn uitgevoerd, alsook door het beheer van het gemeentelijke eigendom. Bij voorbeeld: huwelijksplechtigheden, huishuur van gemeentelijke gebouwen of grond, beheerinkomsten van gemeentediensten (huren van boeken in de Bibliotheek, beheer van de "Tulp" parking, ingangsbiljetten voor het Zwembad of het Stadion, enz.) ;
  • de overdrachtinkomsten: het zijn inkomsten waarvoor de Gemeente geen rechtstreekse tegenwaarde bezorgt. Het gaat hier om al de belastingen en retributies die door de bedrijven en de huishoudens betaald worden, alsook de dotatie die de hogere instanties uitdelen om de actieprogramma's van de Gemeente te steunen (het Gemeentefonds) of om verschillende activiteiten mogelijk te maken (bij voorbeeld, de lonen van het gesubsidieerde onderwijspersoneel);
  • de schuldinkomsten bestaan uit renten die gedragen worden door belegde kapitalen en uit deelnemingen aan de opbrengsten van openbare maatschappijen (Brutele, Electrabel, enz.).

De gewone uitgaven vormen vier categorieën :

  • de personeelsuitgaven: Elsene zorgt ieder jaar voor de lonen, part - time of full - time, van ongeveer 1.400 ambtenaren en arbeiders, alsook van ongeveer 600 leerkrachten (het administratiepersoneel van de scholen inbegrepen). Dit betekent iets meer dan de helft van de jaarlijkse gemeentebegroting;
  • de werkingsuitgaven gaan vanzelfsprekend samen met de vorige post en dekken de kosten van de gewone activiteiten van de gemeentediensten;
  • de overdrachtuitgaven zijn bestemd voor verschillende Elsense of intercommunale instellingen, zoals het OCMW, of de ziekenhuizen van IRIS ZUID, waaronder het Ziekenhuiscentrum Etterbeek - Elsene;
  • de schulduitgaven, die zeer logisch uitsluitend tot het terugbetalen van de schulden van de Gemeente dienen: lasten van renten en gedeelten van kapitalen die door de Gemeente geleend werden en in jaarlijkse delen dienen afbetaald. (onder anderen om de uitzonderlijke uitgaven te betalen: zie hieronder).

De buitengewone dienst

Het tweede deel van een begroting, de buitengewone dienst beperkt de inkomsten en uitgaven die tijdens een burgerlijk jaar het gemeentelijke eigendom rechtstreeks en duurzaam zullen beïnvloeden, met uitzondering van het algemene onderhoud: het aankopen van voertuigen, van grond of van materieel (dat over meerdere jaren gedelgd dient), alsook de aanleg van gebouwen of de uitvoering van werken, om maar een paar voorbeelden te citeren... In tegenstelling met de gewone dienst moet elke buitengewone uitgave dwingend en op straffe van schorsing door de meerderheid van de Gemeenteraad en, in fine, door de gewestelijke voogdij goedgekeurd worden, eer ze door het College aangewend wordt.

De buitengewone inkomsten komen uit drie bepaalde bronnen :

  • de schuldinkomsten zijn sommen die door de Gemeente van financiële instellingen geleend werden om de uitgaven te dekken;
  • de overdrachtinkomsten bestaan uit dotaties die door de hogere instanties uitgedeeld worden;
  • de investeringsinkomsten bestaan uit eigen fondsen van de Gemeente, die ontstaan uit de verkoop van goederen, uit stedenbouwlasten en uit een gedeelte van de gewone dienst, dat uitzonderlijk voor de buitengewone dienst wordt bestemd.

De buitengewone uitgaven verdelen zich in drie categorieën :

  • de investeringsuitgaven: ze dienen tot het opbouwen van een sportcentrum, de aankoop van autobussen, de herstellingswerken van wegen, enz.;
  • de overdrachtuitgaven dienen, bij voorbeeld, om een bedrijf zwaar materieel te helpen aankopen;
  • de schulduitgaven dienen, bij voorbeeld, om op voorrand en bij wijze van uitzondering een lening af te betalen, zodat de globale schuld vermindert.

>Enigheid, alomvattendheid en eenjarigheid

Het eerste kenmerk van een begroting is haar enigheid: de begroting vormt inderdaad een geheel. Inkomsten die voor één bepaalde post ingeschreven staan (deze post wordt "begrotingsartikel" genoemd) mogen niet voor een specifieke uitgave voorbehouden worden. De begroting wordt ook "alomvattend" genoemd omdat ze al de voorzienbare inkomsten en uitgaven moet omvatten. Ze wordt in een zeer bepaalde en zeer strikte volgorde opgesteld. Geen enkele inkomst noch uitgave mag aangewend worden zonder dat zij op voorhand in de begroting ingeschreven werd. Ten slotte betekent de eenjarigheid van een begroting dat de inkomsten en de uitgaven altijd in de begroting van het bepaalde jaar (het zogenoemde "dienstjaar") dienen ingeschreven. Het is dus onmogelijk voor het Gemeentebestuur één euro uit te geven dat niet in het begin van het dienstjaar, of ingevolge een begrotingswijziging tijdens het dienstjaar, ingeschreven werd. Eveneens onmogelijk een gedeelte van het budget dat in 2001 niet uitgegeven werd in 2002 te gebruiken!

Inkomsten

De gemeenten financieren zich hoofdzakelijk dankzij :

  • permanente financiële middelen (belastingen, dotaties, bijdragen);
  • aanvullende financiële middelen (evenwichtige financiële verdeling, lening).
De gemeentebelastingen bestaan uit 2 aparte categorieën :
  • De specifieke gemeentebelastingen. Deze gemeentetaksen worden op initiatief van de Gemeenten vastgesteld en van de inrichting tot de heffing door de Gemeenten beheerd.
  • De aanvullende belastingen op de federale staatsbelastingen.
De belangrijkste dotatie die aan de Gemeente wordt toegekend komt van het gemeentefonds. Dit globale werkingsfonds heeft als doelstelling de financiering van de gewone uitgaven van de gemeenten mogelijk te maken. De uitdeling van dit fonds en de verdelingscriteria worden door de Gewesten beslist. Ze kregen hierover bevoegdheid sinds 1989. De gemeenten bekomen ook dotaties onder de vorm van subsidies :
  • de werkingsubsidies, die bestemd zijn voor de verplichte uitgaven en door de Gemeenten beheerd worden (onderwijs, bibliotheken);
  • de investeringssubsidies, die bestemd zijn om investeringsontwerpen te financieren volgens een akkoord tussen de Gemeenten en de Gewesten.
De lening biedt de gelegenheid aan om de buitengewone uitgaven te financieren

Begroting en verslagen

De begroting moet door het College van Burgemeester en Schepenen aan de Gemeenteraad worden voorgesteld. De begroting moet ook in openbare zitting worden gediscussieerd en dan door de Gemeenteraad worden goedgekeurd. Later wordt de begroting aan de goedkeuring van de Toezichthoudende Overheid onderworpen. Deze laatste mag zelf verplichte uitgaven inschrijven die in de begroting werden weggelaten, of inkomsten verminderen die niet nauwkeurig waren geschat. Normaal moet over de begroting worden gestemd voor de 31 december van het jaar voorafgaande aan het betrokkene jaar.

Overeenkomstig artikel 252 van de Nieuwe Gemeentewet mag de begroting der uitgaven en inkomsten, ten laatste vanaf het dienstjaar 1988, noch een tekort vertonen, noch een fictieve evenwicht, noch een fictief batig saldo, en dit geldt even voor de gewone als voor de buitengewone dienst

Op het gebied van de begroting is het toezicht een bijzonder toezicht. Dit betekent dat de Gemeentebegroting, de begrotingswijzigingen alsook de krediet- en uitgavenoverdrachten door de Toezichthoudende Overheid dienen goedgekeurd. Dienen eveneens goedgekeurd: de reglementen betreffende de Gemeentebelastingen, de leningswaarborgen, de afbetalingsregeling van de aangesloten leningen, de jaarlijkse rekening van de Gemeente en van de Gemeentebedrijven, de deelneming aan een vereniging onder privé- of publiek recht waarin de gemeentelijke financiën zouden kunnen betrokken zijn.

Een verslag over de rekening van het dienstjaar en een financieel verslag dienen jaarlijks aan de Gemeenteraad voorgesteld. De gemeenten moeten een boekhouding voeren volgens de algemene eensluidende regels voor het boekhouden. De gemeenten voeren dus een dubbele boekhouding: een voor de begroting en een algemene boekhouding.

Wat de uitvoering van de begroting betreft zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de ganse ketting, vanaf de opdracht tot de uitbetaling van de uitgave. De gemeenteontvangers zijn met deze opgave belast en zijn verantwoordelijk op hun eigen goederen voor de goede uitvoering ervan.

Raadpleging van de begroting

Begroting en rekening worden in het Gemeentehuis bewaard en mogen ter plaatse en gratis door elke burger worden geraadpleegd. De procedure voor de raadpleging wordt door affiches aan de bevolking herinnerd tijdens de maand na de goedkeuring van begroting en rekening door de Gemeenteraad. De affiches mogen niet minder dan 10 dagen blijven aangeplakt.

Laatste verandering: 2016-01-19 14:05:27