Stappen is ons eenvoudigste vervoersmiddel en het is een algemene vaardigheid. Zelfs de weg tussen auto en werkplek, tussen het openbaar vervoer en de winkel leggen we te voet af.
Onder de voetgangers bevindt zich een bijzondere categorie die bijzondere aandacht vereist: personen met beperkte mobiliteit (PBM). In mobiliteitsjargon (en dus niet stedenbouwkundig jargon) is een PBM iedere persoon die moeite heeft zich te verplaatsen en onderweg met obstakels te maken krijgt die hij/zij niet alleen of met veel moeite kan overwinnen. Deze obstakels kunnen zowel zichtbaar als onzichtbaar zijn.
Algemeen gesteld denken we aan de handicap of ziekte van de persoon, maar de PBM kan ook een man met een kinderwagen of een vrouw met een koffer of rugzak zijn, want dit zijn elementen die de verplaatsing van deze personen bemoeilijkt. In Brussel en elders is 30% van de bevolking een PBM.
Daarom hecht de gemeente er groot belang aan dat alle gebruikers van de openbare ruimte zich met evenveel toegankelijkheid en comfort kunnen voortbewegen. Eigenlijk wordt de ruimte aangepast voor PBM's, omdat de "normale" voetganger immers geen moeite heeft om zich in alle comfort voort te bewegen. Ieder jaar worden meerdere voetpaden opnieuw aangelegd om de gebruikers meer comfort te bieden.
Jezelf te voet voortbewegen heeft enorm veel voordelen voor de gezondheid: niet alleen verbetert het de bloedsomloop en zorgt het voor hartversterking, maar het helpt ook om de spiermassa en botdichtheid op peil te houden, verbrandt calorieën, zorgt voor stressvermindering en verbetert de geestelijke gezondheid. Vergeet ook niet dat deze verplaatsingswijze niet vervuilend is en voor een schonere lucht zorgt.
Voetgangers brengen ook meer gezelligheid met zich mee in de openbare ruimte: er is contact met de buitenwereld, mensen komen elkaar makkelijker tegen, wat sociale en gemeenschappelijke banden in de hand werkt en er worden meer bezoeken gebracht aan openbare plaatsen (o.a. plaatselijke winkels, parken, buitenactiviteiten).
Het is bovendien de meest voordelige vorm van vervoer, is voor vrijwel iedereen toegankelijk en is de veiligste verplaatsingswijze. We hebben immers meer oog voor onze directe omgeving met deze snelheid en kunnen beter op mogelijke gevaren reageren.
In het mobiliteitsbeleid is het belangrijk om bijzondere aandacht te schenken aan de omstandigheden voor voetgangers, want veiligheid en comfort moedigen mensen aan om zich vaker te voet te verplaatsen. Sensibilisering is al net zo belangrijk, omdat de reistijden te voet vaak minder algemeen bekend zijn dan die van het openbaar vervoer, de auto of de fiets.
Het spreekt vanzelf dat je te voet minder goed lange afstanden kunt afleggen. Voor iedere voortbewegingswijze moet rekening worden gehouden met het af te leggen traject. Maar voor een afstand van minder dan 2 km kun je prima te voet gaan. En toch zijn in Brussel (2021) 45% van de verplaatsingen minder dan 2 km en is het modale aandeel van de verplaatsingen te voet slechts 36% (Brussel Mobiliteit). Er is dus nog veel ruimte voor verbetering.
Laatste verandering: 2024-08-14 16:45:09
